Beschrijving
Original publisher’s brown plastic-covered boards, gilt ornament spine, gilt illustration frontcover, thick 8vo: I. De stille straat. Meditatie over meesters en boeken in een Zwols pakhuis. II. Niet aanwezig. III. Collaborateurs 1672. IV. Vigilate et orate. Het burgemeesterschap in de IJsselsteden, in het bijzonder te Zwolle. V. Politie en justitie. VI. Qui manet in Zwolla of Over de Zwolse pot. VII. Vive Svol. Historie van schoolmeesters, drukkers en ketters en van alle die een bijdrage hebben geleverd tot de bloei van Alma Schola Svollana. VIII. Zwollæ Monstratio zijnde een historische gids van Zwolle aan de laatste vereerders van Clio die een meer dan oppervlakkige kennismaking met deze oude stad op prijs stellen. IX. Panta Rhei. De tijd draagt alle mensen voort op zijn gestagen stroom. X. Nec lusisse pudet sed non incidere ludum. Het spelelement in de stedelijke samenleving, van Horatius via de middeleeuwenm naar de televisie. XI. Speculum superstitionis, dat is Spiegel van het Bijgeloof, waarin men weerkaatst ziet welke onheilvolle gevolgen in vroeger eeuwen het bijgeloof aan een overdreven macht van de duivel heeft gehad. XII. Sed fugit interea fugit irreparabile tempus. Maar intussen en onherstelbaar vliedt de tijd. XIII. Mercator sapiens. Zorgen en waken zijn heren-zaken. Enige losse gedschten over handel en wandel, van Horatius tot het heden. XIV. Rotat omnia fatum. Nootlot’s rad draait alles rond. Een essay in draaiende trant vertonende Nootlot’s wentelend wiel waarop gezeten zijn auteurs en lezers mitsgaders drukkers en ketters. XV. Habent sua fata libelli. Dat beduit: Boeken hebben hun eigen lotgevallen. Een devoot en profijtelijk tractaat op de woorden van Terentius Maurus. XVI. Transissalania illustrata. Achter de IJssel begint het land. XVII. Angst. Dierbare vriendin. XVIII. Nescire quaedam magna pars sapientiae est. Bepaalde dingen niet te weten is een groot deel der wijsheid. Een epigram van het orakel van Delft, toepasselijk op de duivel van Delft en op andere voorvallen. XIX. Hora Ruit, Tempus Fluit. Het uur snelt heen, de tijd vliet weg. Men weet dat de tijd nimmer terugkomt en dat hij onbetaalbaar is. Dus wordt hij gemeten in seconden, minuten en uren. XX. Permitte devis cetera. Zijnde een critisch tractaat, waarin de lezers zomede de eerzame lezeressen devotelijk worden vermaand om in het jaar 1965 het geluk eens te willen zoeken op de wijze de ouden bij de heren Q.H. Flaccus & pater Desiderius Erasmus zomede bij de onbekende Criticus uit Leeuwarden en het overige aan de goden te willen overlaten. Sta vast gefriseerde krullebolletjes. XXI. Festina Lente. Haast u langsaam. Een woord van de kerkvader Augustinus, U katrografisch aangeprezen, met het oog op hen die anno 1965 in fauteuils zittend liefst praten over stoom-wetenschap zomede interplanetaire tochten en graag geloven dat alles tegenwoordig zo snel gaat. Dat dit niet waar is, leert U de archivaris Thom. J. de Vries. XXII. J.C. Pruimers: Enkele rijmen. XXIII. G.J. Pijman: De geschiedenis van het singulier personage. XXIV. Scholoum 1969. XXV. Vive valeque. Kaleidoskoop van het oude en niet-zo-oude Zwolle. Very fine copy., From the library of Tjeenk Willink. On first endpaper obituary newspaper clipping drs. Th. de Vries.
Auteur: | |
---|---|
Uitgever: | Zwolle, N.V. Uitgeversmij. W.E.J. Tjeenk Willink. 1946-1969 |